
Al gauw bleek dat Andy Jaenen een erg uitdagend parcours had uitgezet. Na de entry was er een soort van drie-dubbele hairpin. Het hele parcours ging lekker, op de hairpin na. M’n 1400cctje had niet genoeg power “onderin toeren” om de wielen op lage snelheid aan het spinnen te houden. Het werd dus een strijd naar minder grip, in plaats van meer grip. Uiteindelijk had ik een set banden er onder zitten die op 4 bar ervoor zorgde dat ik de hairpin driftend door kon komen. De snelheid was er nu helaas wel voor een groot deel uit.
Al snel merkte ik dat ik tijdens de kwalificatie andere auto’s totaal niet kon bijhouden. Ik had me maar net voor de finale gekwalificeerd. Evenveel punten als Luxemburger Marc Thill, met zijn BMW 325i station. Na de kwalificatie moest ik zorgen dat ik toch echt meer snelheid kon maken. Weer geĆ«xperimenteerd met verschillende banden. Uiteindelijk had ik m’n auto zo afgesteld dat de motor in de hairpin net wel/niet doodviel. “Ik kan misschien maar beter een enkele keer m’n drift verliezen, in plaats van de hele baan met lage snelheid nemen”, dacht ik. De zogenaamde “clutchkick” methode wilde ik niet toepassen, aangezien de cardanas standaard al een zwak punt is. Daarnaast had ik met “gewoon” driften vorige maand al een cardanas gebroken.

De finale ging een stuk beter dan de kwalificatie. Het lukte om de motor draaiende te houden in de hairpin en ook lukte het om de meeste auto’s bij te houden. Enkel Jasper Spaan reed met grote snelheid van mij weg. Verder gingen de runs vlekkeloos, totdat ik de batlle tegen Joost reed. Ik reed voorop en er was eigenlijk geen aanleiding voor een fout. Net zoals tijdens de Go-fast X-day ging ik net iets te dwars, waardoor ik van het gas af moest om niet te spinnen. Een 5 kreeg ik, niet meer dan terecht, maar wel jammer van het foutje. Ik was uiteindelijk 4e geworden. Gemengde gevoelens, aangezien ik wist dat ik beter kon, maar ik wist ook dat ik er alles aan gedaan had om zo goed mogelijk te presteren.
Op naar 21 augustus, nieuwe ronde, nieuwe kansen!
